Gebruik van vlechtheggen in Groene Woud aangetoond

19 januari 2011

In 2006 gingen landschapsvrijwilligers vanuit Liempde en Boxtel naar Zuid-Engeland om daar de techniek van het heggenleggen te leren om vlechtheggen te maken. Natuurwerkgroepen pasten dat al op enkele plekken in Het Groene Woud toe. In Sint-Oedenrode werd zelfs de Rooise methode ontwikkeld. Tot nu toe ontbrak echter het onomstotelijk bewijs dat deze arbeidsintensieve vlechtheggen ook in deze omgeving aanwezig waren. Via het onderzoek naar het kartuizerklooster is dit bewijs nu geleverd.

Bossen, schaarhout en heggen in de Geelders & Kasteren
Dr. Jan Sanders doet voor de Stichting Kartuizerklooster Sinte Sophia van Constantinopel onderzoek naar de geschiedenis van dit in Olland gestichte klooster. Het was bekend dat het kartuizerklooster in de 15e-17e eeuw flinke oppervlakte bos op Kasteren (Geelders en omgeving) in eigendom had. Ze verkochten daaruit dikker stamhout en dunner schaarhout. In het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) is een register aanwezig waarin dat door de kartuizers exact bijgehouden werd. In Kasteren waren het vooral De Bordelaar, De Aker, de Zeepstrepen, de Kalverstrepen, de Braak, De Steenoven, De Wedehagen, de Hoefbeemd, de Torfkamp en de Speet met hun aarden wallen die voorkomen in de houtverkoopakten. Deze aarden wallen zijn in de Geelders op een aantal plekken nog aanwezig.

Uit de stukken blijkt dat iedere houtwal en ieder houtveld gemiddeld eens in de zes jaar gekapt werd. De kopers moesten ook de doornen en ander hout laten staan. Dit om de houtvelden en houtwallen te beschermen tegen vee. Het vee moest binnen de weiden gehouden worden om te voorkomen dat de beesten het jonge hout zouden afvreten waardoor de houtpercelen minder waard zouden worden. Nadrukkelijk werd er daarom bij bepaald dat de kopers ‘den vree die daer gemaect is niet en sullen afhauden noch brecken’ (de omheining niet zullen kappen of breken). De ‘vree’ was de natuurlijke omheining rondom het houtperceel. Ze werd gemaakt door het hout te breken en samen te binden (‘croken ende te samen bynden omme den vrede daermede te onderhouden datter gheen beesten int schot en komen’ = breken/knakken en samenbinden om de omheining daarmee te onderhouden zodat er geen runderen door kunnen). Zo groeide het in elkaar tot een stevig vlechtwerk, de vlechtheg.

In 1585 werd de mogelijkheid tot aanleg van zo’n vree voor het eerst in een contract opgenomen. De houtverkoop geschiedde ‘op conditiën dat zijluijden [de kopers] niet en zullen affhouwen dat hout, staende beneden aen den wal, omdat het convent zal mogen crocken ende neerleggen om den voorschreven wal mede te vreden’  (het is verboden de houtopstand aan de voet van de aarden wal te kappen omdat het klooster deze zal knakken/breken en neerleggen om de aarden wal met een omheining te voorzien). Vanaf die tijd keerde deze bepaling herhaaldelijk terug in de contracten. Hiermee wordt duidelijk dat het heggenvlechten in die tijd een feit was.

Vlechtheggen
Vlechtheggen zijn prachtige landschapselementen. Ze worden gemaakt door 6-7-jarig hout (vaak) meidoorns laag bij de grond een stuk in te kappen en horizontaal te buigen. Deze horizontale tak wordt dan in de heg gebonden en gaat doorgroeien. Vlechtheggen worden daardoor ondoordringbaar. Ze zijn erg belangrijk voor vele dieren om te nestelen en te schuilen.


Vlechtheggen: BHIC, domus Sophiae, inv.nr. 24 f. 101v

‘croken ende te samen bynden omme den vrede daermede te onderhouden datter gheen beesten int schot en komen’ = breken/knakken en samenbinden om de omheining daarmee te onderhouden zodat er geen runderen in het jonge schot komen.

Adres
Stichting Kartuizerklooster
Kasterensestraat 15
5298 NV Liempde
tel: (0411) 63 20 43
Winkelwagen
0 artikelen | € 0,00
»
Zoeken
»
Mijn account
»
© 2024 Stichting Kartuizerklooster
Filter